2.1.7 Geavanceerde ritmische commando’s
Opmaat
Terminologie: anacrusis.
Een opmaat (of anacrouse) wordt ingevoerd met het
sleutelwoord \partial
. Het wordt gevolgd door een
nootlengte: \partial 4
is een opmaat van een kwart en
\partial 8
een achtste.
\partial 8 f8 | c2 d |
Antimetrische figuren
Terminologie: note value, triplet.
Antimetrische figuren wordeg gemaakt met het
\times
sleutelwoord. Het verwacht twee parameters:
een fractie (breuk) en een stuk muziek. De lengte van het
stuk muziek wordt vermenigvuldigd met de fractie. Een triol
maakt dat de noten 2/3 van hun lengte duren, dus een
triool heeft als fractie 2/3
\tuplet 3/2 { f8 g a } \tuplet 3/2 { c8 r c } \tuplet 3/2 { f,8 g16[ a g a] } \tuplet 3/2 { d4 a8 }
Versieringen
Terminologie: grace notes, acciaccatura, appoggiatura.
Versieringen worden gemaakt met het \grace
commando, hoewel ze ook gemaakt kunenn worden door een het
sleutelwoord \appoggiatura
of \acciaccatura
voor een muziekuitdrukking te zetten
c2 \grace { a32 b } c2 | c2 \appoggiatura b16 c2 | c2 \acciaccatura b16 c2 |
Zie ook
Notatiehandleiding: Grace notes, Tuplets, Upbeats.
Andere talen: English, česky, deutsch, español, français, magyar, italiano, 日本語.
About automatic language selection.